Skip to main content

Zijn we nog bereid om echt naar elkaar te luisteren?

Opvallend, de bereidheid om echt naar elkaar te luisteren en met elkaar te praten is soms ver zoek.

Wat ik zelf dikwijls merk is dat er een bepaalde vooringenomenheid is jegens de ander en dat informatie – onbewust – gezeefd wordt. Met zeven bedoel ik dat de informatie gefilterd wordt; ‘past dit in mijn beeld’ of ‘past dit niet in mijn beeld’? Of de varianten ‘past dit wat gezegd wordt bij deze agenda, deze standpunten, dit programma, deze belangen of niet’ of worden deze bedreigd?

Zodra de aandacht in de vooringenomenheid jegens de ander en/of het zeven/filteren blijft hangen, veranderd vaak de bereidheid om echt te luisteren naar de ander en/of wordt er doorgaans niet meer echt geluisterd naar wat gezegd wordt.

Met andere woorden; luisteren vanuit de intentie tot DIA-LOOG te komen, om te komen tot een uitwisseling van informatie middels BEELD-vormend WOORD en Taal-gebruik. Het gaat dus helemaal niet of het past binnen de eigen overtuigingen en beeld van de realiteit. Noch gaat het over ‘wie heeft gelijk’, ‘eens/oneens’ of ‘wat is waar/waarheid’. Voor mij gaat het meer om intentie, bereidheid, zelfbewustzijn en harmonie.

Wat altijd, en dus ook in communicatie en dialoog, als een soort van ondertoon aanwezig is en meespeelt zijn de beschermings- en verdedigingsmechanismen die je hebt ontwikkeld, maar ook wat je hebt meegenomen om deze incarnatie aan te gaan. Denk bijvoorbeeld aan intergenerationele thema’s en voorouderlijke en collectieve wonden. Een veel voorkomende thema’s is: ‘Ik ben niet goed genoeg, ik mag er niet zijn’ en allerlei varianten daarvan. Juist in interactie met anderen worden deze – onbewuste – thema’s aangeraakt.

Hoe merk je dat?

Je merkt dit doordat je je geraakt voelt, je ongenoegen voelt, je boos wordt. Kortom, middels een emotionele reactie die in een fractie van een seconde je beschermings- en verdedigingsmechanismen inschakelt. Bekende mechanismen zijn freeze, flight en fight, maar er zijn er meer en elk mechanisme heeft zijn eigen persoonlijke nuances. Omdat dit een bekend patroon voor je is, valt het je waarschijnlijk niet op, totdat het moment komt dat je erop aangesproken of gewezen wordt en of het je wel opvalt. Zo’n moment is te ervaren als een uitnodiging van je Ziel om hier aandacht aan te gaan geven.

Vaak wordt dat wat aangeraakt of getriggerd wordt, geprojecteerd op de buitenwereld, en dus op degene waarmee je in gesprek bent. Daarmee wordt de ‘uitnodiging’ afgewezen, genegeerd. Ook ligt dan een verharding en zelfs een conflictueuze voortzetting van de dialoog op de loer. Vaak is dit te herkennen als: praten tegen elkaar, luider spreken, de ander niet uit laten praten, in de reden vallen en minder en niet meer luisteren. Soms escaleert dit zover dat het uitmondt in een conflict en erger. Vaak zie ik dat dit soort thema’s zich blijven aandienen, ze zijn een dermate belangrijk stuk van je zelf  dat net als jij zich gezien, gehoord en gesteund wil voelen.

Een dialoog wordt gekenmerkt door praten met elkaar, luisteren naar elkaar en elkaar laten uitpraten. Hoe anders, hoeveel rijker is een dialoog als er geluisterd wordt met de intentie elkaar te willen begrijpen en om samen tot meer te willen komen?

Luisteren vanuit:

  • Wat zegt hij/zij nu eigenlijk?
  • Wat bedoelt zij/hij nu eigenlijk?
  • Begrijp ik wat wordt gezegd?
  • Wat doet dit met mij?

Een uit Engeland afkomstige relatie van mij zei ooit eens “You have two ears and one mouth, use them accordingly”. Dit zegt eigenlijk en in essentie alles.